L I S A V A N D E R H E I J D E N
Jacques Zwaan, oud-directeur algemene zaken van Pulchri Studio, februari 2011
Lichtval:
met redenen omkleed
opent zich de stilstand
van iets anders dan huist
in dit lemmer, oplichtend
zoals het is, nog door geen
bloed verzocht en verleid,
als ging het om een zien
al om zichzelf versaagd,
en om zichzelf herleid
tot zijn oorsprong.
[Hans Faverey, Verzamelde gedichten, blz. 362, Amsterdam 1993]
“Als het ging om een zien…..”
“Zien, soms even”, om de titel van een bundel van de dichter Huub Oosterhuis te citeren.
Een kunstenaar kijkt, maakt en kijkt….
Schone kunsten….
“Het volmaakte mag niet geworden zijn. We zijn gewend om bij alles wat volmaakt is de vraag naar het worden achterwege te laten: en daarentegen van het aanwezige te genieten, alsof het bij toverslag uit de grond was opgestegen.”, aldus Friedrich Nietzsche in ‘Menselijk al te menselijk’ [Nederlandse vertaling, 1980].
Het ‘zien’ van de kunstenaar, verschilt wellicht van dat van het publiek. De kunstenaar kijkt wellicht anders dan de kunstkijker. Toen Lisa van der Heijden en ik een middagje in haar atelier zaten, praatten wij, dronken wij koffie, èn hebben wij gekèken. Lisa naar haar scheppingen en ik mocht naar haar producten kijken.
In het atelier van de kunstenaar gaat de kunstkijker anders kijken. Bij beiden, zowel de kunstenaar als de kunstkijker, ging, gaat, het om zien. Voor de kijker, is het telkens “soms even”…, òf… zou het voor de kunstenaar ook zoiets zijn?
De stilte van de kunstwerken brengen dat “soms even” teweeg. De schilderijen van Lisa van de Heijden zijn zo intens, dat je er niet aan voorbij kunt lopen, dat je niet kunt denken “nou, mooi, hoor”, haar kunstwerken vragen om meer, dwingen er naar te kijken. Laten geen vrijblijvendheid toe, je wordt verlokt die in je op te nemen.
De compositie is weloverwogen. Het lijkt wel of Lisa ruimte schildert. Een eigen ruimte, wel te verstaan, een eigen wereld. Zij schept, mag je zeggen. Ofschoon het woord ‘scheppen’ [bara] in het Bijbels Hebreeuws, waar ik mij momenteel mee bezig houdt, alleen supra-humaan is bepaald. Maar dat laten wij even voor het wat is. De schilderijen van Lisa lijken vlak, maar bij nadere beschouwing valt op, dat het schijnbaar monochrome, opgebouwd is uit vele lagen met zeer verfijnde gradaties. Een derde ‘laag’ wordt manifest. Er zit diepte in haar werk. Bovendien vallen allerlei kronkels, strepen etc. op. Resten van een soort schrift. De dichter Faverey probeert het onnoembare te verwoorden, zo lijkt Lisa dat ook te willen doen: het onnoembare verbeelden. Ook al heeft Wittgenstein gezegd, dat wij moeten zwijgen, waarover wij niet kunnen spreken. Maar, dankzij Wittgenstein, zijn wij meer dan Wittgenstein. Goed, dat Lisa, dat probeert uit te buiten. De schilderijen van Lisa blijven niet zomaar alleen bij haar, zij zijn uit haar atelier gekomen en hier voortreffelijk opgehangen. Zij brengen hier, in deze tijd, kunstenaar en kunstbeschouwer samen. De schilderijen nodigen uit, om die nauwgezet en langdurig te bekijken. Daarom nodig ik u hartelijk uit, om hier – in deze zaal - de komende weken eens een paar uren door te brengen. Ik hoop dat deze schilderijen u dezelfde sensatie mogen brengen als die de kunstenaar zelf brengen, als die ook mij, in eerste instantie in het atelier en een paar dagen terug hier hebben gebracht.
Nadere beschouwing kan u leren, dat de schilderijen van Lisa, stuk voor stuk, scheppingen zijn. De voormalige directeur van Museum De Lakenhal (Jetteke Bolten – Rempt) is in haar toespraak in het 2009 terug gegaan, tot het begrip van het allereerste begin: “Bara” [scheppen]. Zij suggereert, dat Lisa op het maagdelijke linnen een soort scheppingsdaad stelt. In den beginne [bereshiet] was er kleur en dus licht. Het spul dat de kleur draagt, de materie, brengt zij in dunne lagen aan, telkens over elkaar. De sporen van eerder aangebrachte kleuren blijven hier en daar zichtbaar, op de zijkanten van het schilderij, in hoeken of aan randen. Dat wil zij ook. Op die manier kan je als kijker het ontstaansproces zo niet volgen, dan toch vermoeden. Zij schildert de verschillende lagen kleur over elkaar, totdat gebeurt, waar zij naar streeft: kleur wordt ruimte. Dat proces kan maanden duren. Een transsubstantiatie vindt plaats, om nog maar eens een term uit de religieuze context te gebruiken. Was de verf in den beginne kleur, dan gaat die kleur door de subtiele gelaagdheid over in ruimte, zuiver visuele ruimte.
Hier komen dan bij de beschouwer onvermijdelijk landschappelijke associaties. Denk aan de hemel met zijn oneindig variërende luchten. Het licht maakt elk spoor van vocht naar zijn geaardheid in lagen zichtbaar - wolken, nevels, gassen. Schier oneindige ruimte ook zichtbaar doordat het oorspronkelijk blauw wordt versluierd door meer of minder lagen. Zie, uit de schoorsteenpijp komt een vervliegend pluimpje tegen de strak blauwe lucht. Elke lichtconditie die zo ontstaat, geeft gelegenheid tot interpretatie. Maartse luchten zijn heel anders dan die van mei of juni, Iaat staan die van november of die van een winterse heldere nacht. Dat geldt voor de hemelse ruimte. Zoiets kan je ook ervaren met de blik omlaag gericht, in het water, door het ijs, op de maagdelijke sneeuwvlakte waar niemand nog was geweest. Elk spoor dat daarna onvermijdelijk getrokken wordt, verraadt zijn herkomst.
Als de zuiver visuele ruimte op het doek geschapen is, verruilt Lisa haar rol. Als de kleur tot ruimte is geworden dan vraagt die ruimtelijke maagdelijkheid opnieuw een daad, als in den beginne. Nu zijn het echter sporen van geweld, in fel contrast of Iichter. Zoals de graffitispuiter de muur voorziet van sporen van zijn bestaan: soms is zijn 'tag' en mooi als was het een Japans karakter, soms is het spoor als een bloederige wond. Lisa bewerkt haar zelf gecreëerde ruimte met tekens om het beeld realiteitsgehalte te geven, met visuele middelen, abstract. Haar schilderijen zijn hedendaagse 'Andachtsbilder' om het eens zo te zeggen: hoe langer je er naar kijkt, hoe meer ruimte zij prijs geven over het ontstaan en het zijn ervan.
Toen Lisa mij vroeg haar tentoonstelling te openen, heb ik geantwoord, dat kunst niet mijn discipline is, dat ik alleen maar kunstliefhebber ben. Omdat ik alleen maar liefhebber ben, heb ik mij bediend van enkele bronnen, die iets over het werk van Lisa van der Heijden zeggen.
Ik hoop, niettemin, met deze gesproken collage, Lisa voldoende recht te hebben gedaan en u zo nieuwsgierig te hebben gemaakt, dat u niet zult aarzelen om u de komende weken hier inderdaad, in alle rust, terug te komen om de kunstwerken op u in te laten werken.